Derde paradigmaverschuiving

Gelezen in ‘Verschuivende paradigma’s’ (2014) van Technopolis:

IMG_0942.JPG

Interessante kost. Technopolis heeft de doorwerking van het ruimtelijk-economische beleid van het Ministerie van Economische Zaken van de afgelopen tien jaar onderzocht. Ik wist niet dat zulk beleid nog bestond. Dat regionaal-economische beleid, lees ik nu, kende twee paradigmaverschuivingen: eerst, met ‘Pieken in de Delta’, van het inhalen van economische achterstanden naar het sterke sterker maken, vervolgens van centraal naar decentraal. Door het departement wordt daarbij een zogenaamde clusterbenadering toegepast. Een cluster is een regionaal complex van partijen dat binnen een bepaald economisch segment opereert. Samenwerking tussen deze partijen wordt door het nieuwe ruimtelijk-economische beleid bevorderd. En, werkt het? Het is maar hoe je het bekijkt. Technopolis denkt van wel.

Het denken in clusters is verraderlijk. Dat blijkt wel als je het rapport goed leest. De makers onderscheiden drie ‘oude’ clusters: het Westlandse tuinbouwcomplex, het Rotterdamse havencomplex en het Brabantse electronicacomplex. Andere clusters zijn jonger, vruchten van het nieuwe beleid: een gezondheidscluster in Oost-Nederland, een watercluster in Noord-Nederland en een creatief cluster in de Noordvleugel. En dan is er één complex dat zich buiten het rijksbeleid heeft gevormd: het IT-sciencecluster in Amsterdam. De conclusie luidt dat in de nieuwe clusters sterke verbeteringen zijn opgetreden, maar in de oude veel minder. Waarom verraderlijk? Omdat het abstracte clusterdenken de ogen sluit voor wat er in de werkelijkheid gebeurt. En: het wil elke regio een eigen economische specialisatie geven. Het denkt niet stedelijk. Sterker, het heeft geen idee wat grote steden doen. Hoe kan Amsterdam in korte tijd nieuwe clusters uit de hoed toveren, zonder ondersteuning van het Rijk? Ik bedoel maar. Clusterdenken en agglomeratievoordelen, het gaat slecht samen. Tijd voor een derde paradigmaverschuiving: van regionale specialisatie naar grootstedelijke diversiteit.


Posted

in

by

Comments

3 responses to “Derde paradigmaverschuiving”

  1. Fedde Ruijl Avatar
    Fedde Ruijl

    Interessante materie, dat zeker. Maar er vallen mij in dit stukje een paar redeneringen op die ik slecht kan volgen.

    “clusterdenken en agglomeratievoordelen, het gaat slecht samen.”
    Agglomeratievoordelen zijn vaak juist een verklarende factor voor het bestaan van een cluster.

    “…van regionale specialisatie naar grootstedelijke diversiteit”
    Ik wil niet beweren dat de gedachtegang achter ‘Pieken in de delta’ perfect was, maar voor het ontstaan van een succesvol cluster is het van belang dat bedrijven elkaar’s kennis complementeren. Dan kan er een situatie ontstaan waarbij clustering een versterkte groei oplevert. Diversificatie die ook nog eens verspreid (grootstedelijk) is heeft dus juist een averechts effect.

    Daarnaast proef ik een afkeer tegen het feit dat er nog ruimtelijk economisch beleid bestaat. Is het vreemd dat ik het bestaan van de site http://www.amsterdameconomicboard.com schaar onder ruimtelijk economisch beleid?

    Fedde Ruijl,
    student Technische Planologie

  2. nel de jager Avatar
    nel de jager

    Dat clusterdenken is inderdaad wel heel erg achterhaald. Had wellicht nog te maken met het denken in Metropool-delta’s (ook erg achterhaald). Veelal van bovenaf bekeken en bedacht. Intussen zijn al deze “panelen” wel heel erg gaan schuiven. Betekent dit dat de Rijksoverheid wat “achterloopt” op de werkelijkheid of dat de realiteit hele andere en zeker ook eigen merites kent, die wellicht niet te vangen zijn in de vastomlijnde data/getallen, wijze van kijken?

  3. F.R. Steenstra Avatar
    F.R. Steenstra

    Is regionale specialisatie, of clusters, niet ook een antwoord op de grootstedelijke diversiteit? Mede door de kracht en diversiteit van de metropolen (zowel regionaal als internationaal gezien) dwingen ze de regio´s om zich te specialiseren ten behoeve van de competitiviteit en innovatie.

    Verder ben ik het ook niet eens met de stelling dat clusters van bovenaf komen, zoals Nel de Jager stelt. Clusters ontstaan meestal juist vanuit de bedrijven zelf en komen voort uit (historische) samenwerkingsverbanden. Dat de overheid daar op inspeelt en het probeert te bevorderen lijkt mij gezond, al is het in veel gevallen niet eens nodig. Er zijn legio voorbeelden waar clusters leiden tot meer innovatie, betere onderhandelingsposities, meer talent, etc.

    Grootstedelijke diversiteit is een trend die niet valt te stoppen of te veranderen, maar voor regio´s die niet over de benodigde infrastructuur beschikken om dit te bewerkstelligen zijn clusters wat mij betreft zeker nog relevant.

    De enige relevante grootstedelijke gebieden in Nederland lijken mij Amsterdam en in mindere mate Rotterdam. Samen goed voor nog geen twee miljoen inwoners. Mijn vraag is dan of dit genoeg is om daadwerkelijk de hele economie op deze twee pilaren te bouwen. En wat zou het alternatief zijn voor andere regio´s en steden in Nederland?

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *