In Brussels and beyond

Gelezen in ‘Love and Capital’ (2011) van Mary Gabriel:

Wat ik met de kerstdagen zoal lees? ‘Love and Capital. Karl and Jenny Marx and the Birth of a Revolution’, geschreven door Mary Gabriel. Ik kan me geen beter boek voor de donkere feestdagen toewensen. Het speelt in de negentiende eeuw, het leest als een heuse Charles Dickens, het gaat over het leven van Karl Marx, maar dan bezien vanuit het gezichtspunt van zijn vrouw, Jenny von Westphalen. Het is een geschiedenis van een grote liefde die de dood van liefst vier kinderen doorstaat, maar het gaat ook over de intellectuele krachttoer die uiteindelijk leidt tot het schrijven van ‘Das Kapital’ en natuurlijk over een tijdperk van bloedige revoluties die er uiteindelijk toe leidt dat gewone mensen zeggenschap krijgen over hun omgeving. Bovenal is het een boek over de geschiedenis van de negentiende eeuwse metropolen van Europa. Ze prijken alle pontificaal in de inhoudsopgave: Parijs, Londen, Berlijn, Manchester, Brussel en Keulen. Wie van steden houdt kan er niet genoeg van krijgen.

Mooi is hoe Gabriel, die redacteur is bij Reuters in Washington en Londen, de verschillende steden typeert. Het beeld dat zij van het negentiende eeuwse Parijs schetst is misschien wel het meest huiveringwekkend, vooral hoe de enorme stad erbij ligt na de contrarevolutie van zomer 1848 (“Paris bathed in blood”), laat staan na de gruwelijke Parijse Commune van 1871. Je waant je in de voetsporen van Friedrich Engels, die de hoofdstad direct na de totale lamlegging bezoekt. Marx zit dan in Keulen, waar hij de opstand op de voet volgt en deze voor de ‘Neue Rheinische Zeitung’ verslaat. En dan is er het verslag van het bezoek van de jonge Marx en Engels aan Manchester, in 1845. Ze verbleven er anderhalve maand. In dit ‘laboratorium van de industriële wereld’ aanschouwden ze het pure kapitalisme: “Even from a distance, the sprawling marketplace looked and smelled like hell on earth: row upon row of stalls were lit by the smoky red flame of grease lamps, and all that was on offer was the rotting produce and spoiled offal that had been rejected by more prosperous shoppers earlier in the day. Mired in a carpet of mud and swill, it was yet another hideous reminder of the depths to which those who lived in these districts had sunk.” Op elke honderdtwintig mensen was er hooguit één wc in de stad, er waren geen kleuren in het straatbeeld te bekennen, handschoenen, hoeden, petten en sokken ontbraken, mensen droegen eenvoudig papier op hun hoofd tegen de regen. Zelfs schoenen waren een uitzondering; de meeste mannen, vrouwen en kinderen liepen het hele jaar op blote voeten rond. Mensen waren door de machines gedegradeerd tot lompenproletariaat. “The pair returned to Belgium fired up with ideas for radicalizing the workingman in Brussels and beyond.”


Posted

in

, ,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *