Slikken of stikken

Gelezen in ‘Krassen op de eeuwigheid. De jaren negentig: Amsterdam in ontwikkeling’ (2008):

Leuk kerstcadeautje van de OntwikkelingsAlliantie. Een boekje met interviews, afgenomen door Herman van Vliet, over de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam in de jaren negentig. Geïnterviewd werden de meest betrokkenen. Waaronder bijvoorbeeld Arie Klinkert, de verkeersman in het Wibauthuis, over de Noord-Zuidlijn. Als je zijn relaas leest, begrijp je ineens wat er niet goed zit met die metrolijn. Financieel niet goed zit, bedoel ik. Ten eerste dat het niet de Amsterdamse politiek was, die de lijn wilde, maar de Kamer van Koophandel. Dat vervolgens de bewoners alleen maar een (dure) diepe variant wilden en niet een ondiepe. En ten slotte dat de regering de lijn wel wilde, maar dat toen Amsterdam eindelijk zover was, het rijksgeld al uitgegeven was aan de Betuwelijn en de HSL-Zuid. Of, in de woorden van Roeland Gilijamse, destijds met Dirk Frieling lid van het team Ruimtelijke Strategie: "Wat mij opviel was dat Amsterdam dan toch vooral naar zichzelf kijkt. Als wij er hier intern uit zijn, moet Den Haag maar gewoon betalen."

Wat Klinkert en Gilijamse niet vermelden is dat Wim Kok als premier midden jaren negentig graag wilde investeren in de fysieke infrastructuur van Nederland en dat hij daartoe de aardgasbaten wilde aanwenden. De ‘Houtskoolschets’ van Paars I en II, gebaseerd op de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening, tekende de contouren van de nieuwe infrastructuur. Maar waar was Amsterdam? Nadat de Kamer van Koophandel al in 1988 de Noord-Zuidlijn met succes op de agenda had geplaatst, duurde het nog tot 1993 voordat de premier, de minister van Financiën en de burgemeester de bouw ervan aankondigden. Ze "waren het al eens over de 1,2 miljard en stelden voor om maar meteen te beginnen." Echter, het zou toen nog eens zes jaar duren voordat de overeenkomst tussen het Rijk en de gemeente daadwerkelijk werd getekend (1999). Toen was al veel van het rijksgeld naar de kostbare Betuwelijn en naar de HSL-Zuid gegaan. Amsterdam lijkt vooral druk bezig te zijn geweest met zichzelf. Ab Oskam, indertijd directeur Dienst Ruimtelijke Ordening, in hetzelfde boekje: "Op de drempel van de grote projecten aan het begin van de jaren negentig was het gemeentelijk apparaat niet toegerust om de uitdagingen op te pakken. Een jarenlang beleid van verdeel en heers had er toe geleid dat het apparaat was versnipperd. We hadden nauwelijks nog ontwerpers en de synergie met de civieltechnische kant – voor dit soort projecten van groot belang – ontbrak volledig." De stad viste daardoor bijna achter het net. Vandaar die ‘unieke’ financiële constructie waar de stad nu zo onder lijdt. "Het was slikken of stikken. We zijn volgens mij de eerste en het enige project geweest waarbij dat gebeurd is." Inderdaad, die unieke omstandigheid had een reden.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *