De stad opkrikken

Gelezen in NRC Handelsblad van 8 februari 2012:

Twee artikelen uitgeknipt en naast elkaar gelegd: een recensie van ‘World 3.0’ van Pankaj Ghemawat, de ander een interview met Pascal Lamy. Ghemawat is econoom in Barcelona, Lamy is topman van de Wereldhandelsorganisatie WTO. Beiden bieden een mondiaal perspectief en zijn niet bang voor grote getallen. Ghemawat leert ons dat slechts 20 procent van het bruto wereldproduct wordt geëxporteerd, dus 80 procent is nog altijd lokaal. Lamy vertelt dat Europa voor 65 procent met zichzelf handelt, Azië voor 55 procent, Noord-Amerika meer dan 40 procent en Latijns-Amerika 30 procent. Meer dan vijftig procent van de wereldhandel in producten betreft halffabrikaten, componenten. Met de globalisering valt het dus nog wel mee. Niet alles wordt tegenwoordig in China gefabriceerd. Grenzen, aldus Ghemawat, hebben dus nog steeds betekenis. “Iedere procent extra geografische afstand leidt tot een procent minder handel.” Deregulering, voegt hij eraan toe, is dus rampzalig.

Beide artikelen deden met denken aan het briljante artikel van de Amerikaanse econoom Paul Krugman uit New Perspective Quarterly (1995), getiteld ‘De lokalisering van de wereldeconomie’.  Krugman voert daarin twee Amerikaanse steden ten tonele: Los Angeles en Chicago. Hij ontdekte dat de exportbasis van beide steden in hoge mate gespecialiseerd is en dat het merendeel van de economie zich binnen de steden afspeelt. Dit noemt hij ‘de paradox van de wereldeconomie’. Daarmee bedoelt hij dat de internationale handel, als percentage van de wereldproductie, nu niet veel groter is dan een eeuw geleden. Voor mondiale concurrentie hoeven mensen dus ook niet zo bang te zijn. Doordat machines op afstand halffabrikaten produceren, kunnen steden zich vrijmaken en richten op de niet-tastbare dingen. Diensten bijvoorbeeld. Of kunsten. En kennis. Diensten zijn lokaal. En kennis kan ver reizen zonder dat een stad deze verliest. Grote steden als Los Angeles en Chicago lijken onderhand geheel los te staan van hun fysieke omgeving. Grondstoffen hebben ze bijna niet meer nodig. “De elf miljoen inwoners van het moderne Los Angeles zijn daar vanwege elkaar; als je de hele stad zou kunnen opkrikken en duizend kilometer verplaatsen, zou de economische basis nauwelijks zijn aangetast.” Hun economieën gaan steeds meer op elkaar lijken. Die worden abstract. Voor Nederland geldt dit alles niet; wij spelen liever voor doorvoerland van overwegend halffabrikaten. Steden hebben wij niet nodig.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *