Van samenwerking geen kaas gegeten

Gelezen in ‘The Frankfurt Rhine-Main region’ van Bodo Freund (2002):
 
Geograaf Freund noemt Frankfurt en omgeving de meest ‘Amerikaanse’ regio van Duitsland. Dat imago heeft de regio niet alleen te danken aan de vele hoogbouw in het centrum van de stad, maar ook aan het gespreide patroon van uiterst dunne verstedelijking, met talrijke suburbs, exurbs, edge cities, waarbij de rijken naar de voorsteden trekken, en ook veel bedrijven zich perifeer vestigen, waardoor er dagelijks enorme forensenstromen de snelwegen rond de stad verstoppen.
Frankfurt wordt bovendien gekenmerkt door een totaal gebrek aan regionale samenwerking. Ook dat is Amerikaans. Ooit was er een Umlandverband Frankfurt (1975-2001), opvolger van het in 1965 ingestelde Regionale Planungsgemeinschaft Untermain. Geen van beide functioneerde goed, laat staan leefde in de hoofden van de inwoners. Men denkt dat de kleine deelstaat Hessen er ook geen belang bij had. Wel produceerde de eerste een uiterst gedetailleerd regionaal plan, dat in 1985 in Duitsland veel publieke aandacht kreeg, maar dat al snel in schoonheid stierf. Ook splitste de verkeer- en vervoersorganisatie zich al snel af. Eerst de Frankfurter Verkehrsverbund, later, in 1995, de Rhein-Main Verkehrsverbund (RMV). Deze laatste was sindsdien redelijk succesvol. De RMV gaf de inwoners van de regio voor het eerst het gevoel dat ze een territoriale eenheid vormen (één dienstregeling, geschakelde netten enzovoort). Echter, aan de samenwerking kwam een einde door onenigheid over de wijze van afvalverwerking. Er waren twee afvalovens in de regio gevestigd. Toen er overcapaciteit ontstond waren veel gemeenten niet meer bereid om mee te betalen. Dat was het einde van de UVF.
Freund wijt de slechte samenwerking vooral aan de geschiedenis van het gebied. Frankfurt was altijd een Freie Reichsstadt en gedroeg zich ook zo. Vanaf 1866 werd ze ingelijfd bij Pruisen, dat haar zwaar onderdrukte door haar geen territiorale bevoegdheden te geven. Later raakte de stad vooral internationaal georiënteerd en sindsdien ziet ze de omringende gemeenten bijna arrogant over het hoofd. In samenwerking is ze niet geïnteresseerd. Tot 1866 en 1933 waren Darmstadt en Wiesbaden ook nog eens hoofdsteden van kleine ministaatjes, dus van samenwerking heeft geen van de steden kaas gegeten.
 
Ervoor in de plaats kwam een reeks van vrijwillige single issue-samenwerkingsverbanden. Vooral de economische regionale samenwerking gedijt sindsdien, daartoe aangespoord door de negen Kamers van Koophandel die in 1990 tot een alliantie fuseerden. Typisch Duits is het feit dat deze vrijwillige samenwerking door de wetgever mogelijk wordt gemaakt. Een regionaal parlement is niet meer nodig. De wet geldt zes jaar en is als experiment bedoeld. Zo hoopt de deelstaat Hessen meer bereidheid tot samenwerking in het gebied te krijgen. De raad (council, Kammer) is eerder een plek voor discussie en het doen van voorstellen, democratisch gelegitimeerd is ze niet. Velen vinden dat jammer, maar meer zit er gewoon niet in. Freund geeft de schuld aan de politici. Terwijl het bedrijfsleven oproept tot samenwerking, verdedigen de lokale politieke partijbozen krampachtig hun eigen territorium. "There is a widespread opinion that the hitherto good economic situation in the region has not yet engendered a sense of vulnerability and the need for common action, as in the cases of Hanover and Stuttgart."

Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *