Nieuwe industriepolitiek

Gelezen in de Volkskrant van 23 augustus 2011:

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid bereidt een advies voor over een nieuwe industrialisatiepolitiek voor Nederland. Het onderwerp ligt erg gevoelig, ik weet het. Overheidsinmenging in de Nederlandse industrie is in het verleden niet bijster gelukkig geweest. Vandaar wellicht dat de geleerden op reis gingen. Seoul, Singapore en Abu Dhabi werden ter plekke bestudeerd. Ze hadden zich al dat reisgeld kunnen besparen. In Amsterdam was dit najaar een tentoonstelling te zien in het Rembrandthuis die bijzonder instructief was. In ‘Gedrukt tot Amsterdam’ ging het over de nieuwe media in de Gouden Eeuw: de prentuitgeverij. Het drukken en verspreiden van prenten door slimme zakenlui was destijds als het maken van iPads en apps in onze tijd. Dat gebeurde allemaal voor het eerst in Amsterdam. Amsterdam was het ‘Silicon Valley’ van de zeventiende eeuw. “Terwijl het nu museumobjecten van een verouderd medium zijn, waren prenten toen dè manier om snel beelden te maken en te verspreiden.” Ineens zagen kunstenaars werk van verre collega’s, omdat het op grote schaal werd gekopieerd op prent. “De wereld werd veel kleiner.”

Welke les hieruit kan worden geleerd? Dat een nieuwe industriepolitiek een grootstedelijke zal moeten zijn. Ik denk echter dat de verre reizen onze wetenschappers hebben gevoed met het idee dat industriepolitiek veeleer iets met robotisering te maken heeft en dat ze, indien al territoriaal moet worden gedacht, vooral voor Brabant en Overijssel interessant zal kunnen zijn. Productiviteit in de industrie is te danken aan mechanisering en industrie vind je in dozen langs de snelweg. Zoiets. Het splitsen van industriebeleid en innovatiebeleid past in datzelfde verouderde denken. En het idee dat ICT ruimtelijke scheiding tussen creatie en feitelijke productie mogelijk maakt is in dat denken ook al zo dominant. Het gekke is echter dat de economie juist weer lokaler en kleinschaliger wordt en dat ze steeds meer de grote steden wil bedienen. In de Volkskrant van 8 oktober bijvoorbeeld las ik dat veel industrie China alweer verlaat en terugkeert naar de Verenigde Staten. Als reden wordt opgegeven dat Chinese arbeid aan de Oostkust te duur wordt en de grondprijzen er de pan uitrijzen. Het zal best. In feite zien we een gelijkwaardigheid tussen continentale economieën ontstaan. Bovendien worden metropolen zo immens groot dat ze reusachtige afzetmarkten gaan vormen voor lokale industrie die domweg geen export meer nodig heeft. Het mondiale transportsysteem kraakt trouwens in zijn voegen; duurzaam is het allerminst. En de creatieve bedrijven in de grote steden zoeken juist toenadering tot de kleine lokale maakindustrie. Ondernemen in niches levert een veel hogere toegevoegde waarde. De toekomst is dus aan een grootstedelijke industriepolitiek. Vandaar mijn tip. WRR, was liever gaan kijken in de Amsterdamse Jodenbreestraat.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *