Pounding the city pavement

Gelezen in Triumph of the City (2011) van Edward Glaeser:

Er gaat geen dag voorbij of in kranten en tijdschriften wordt de ondergang van de detailhandel voorspeld. Supermarktoorlogen ondergraven de kleine middenstand, internetwinkelen komt opzetten, de crisis treft de detailhandel hard. Er zou zelfs sprake zijn van een enorme overbewinkeling in Nederland. Binnen tien jaar, aldus het Hoofdbedrijfsschap Deatilhandel, zal dertig procent van het oppervlak aan non-foodwinkels in Nederlandse steden verdwijnen. Ondertussen zouden er nog altijd veel vierkante meters winkelvloeroppervlak aan de bestaande voorraad worden toegevoegd. Wat in de kantorensector is gebeurd (structurele leegstand), dreigt nu ook in de retailsector te gebeuren. Zoiets.

Ed Glaeser bestrijdt dit niet, maar maakt een grote uitzondering voor metropolen. Daar gebeurt juist het omgekeerde. In echte grote steden groeit het winkelen zelfs onstuimig en vallen de vierkante meters winkelruimte bijna niet aan te slepen. Tussen 1998 en 2007 groeide in New York alleen al het aantal mensen dat werkte in kleding- en tassenzaken met niet minder dan vijftig procent. Ondanks de crisis en het internetwinkelen nemen daar de boutiques en warenhuizen in omvang toe en groeit hun omzet met dubbele cijfers. De rijke stedelingen zijn nog altijd grif bereid om veel geld in dure consumptiegoederen te steken. De analyse stemt overeen met recente Amsterdamse cijfers: in 2010 steeg daar de omzet van de grote warenhuizen met 13 procent en in de Volkskrant van 21 februari las ik dat Amsterdam met een omzet van 11 miljard euro tot de middenmoters van internationale winkelsteden behoort (in New York is dat 47 miljard).  Terwijl het grootste deel van de Amerikaanse (en Nederlandse) winkels de middenklasse bedient, fungeren de winkels in hartje New York (en Amsterdam) vooral de chique upperclass en de goed spenderende toeristen. Dure kleren en accesoires spelen in deze grote steden een veel belangrijkere rol dan elders. “Big-city households spend 25 percent more on footwear, again relative to their total budgets, than households outside of cities, presumably because they are buying fancier shoes, although it is possible that their shoe leather is wearing out faster pounding the city pavement.” Typisch Glaeser-grapje, dat laatste. Glaeser stelt overigens in alle ernst dat mensen in metropolen zich beter kleden en er mooier uit willen zien dan elders. Vandaar al dat winkelen. De huwelijksmarkt, verklaart hij zich, is er belangrijker dan de arbeidsmarkt.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *