Learning from Toronto

Gelezen in Dark Age Ahead (2004) van Jane Jacobs:

Wat gebeurt er met de WGR+gebieden? Komt er straks één infrastructuurautoriteit voor de hele dan wel halve Randstad? En gaat de Stadsregio Amsterdam, verantwoordelijk voor de regionale infrastructuurplanning, daarin op of verdwijnt hij? Het nieuwe kabinet lijkt zelfverzekerd af te koersen op een machtige instantie die knopen kan doorhakken en infrastructurele keuzes kan doordrukken bij de lagere overheden. Let wel, het gaat hier om veel geld, publiek geld wel te verstaan, dat vanuit de staat over de steden en regio’s wordt verdeeld. Wat is in deze verstandig, bezien vanuit een goede ruimtelijke ordening? En hoe zouden de steden hierop moeten reageren?

Er valt veel te leren van vergelijkbare situaties in de wereld. Jane Jacobs schetst in Dark Age Ahead de systematiek die de Canadese regering inzake infrastructuur hanteert als het gaat om Toronto. Toronto is een stad van 2,6 miljoen inwoners, ze is de grootste stad van Canada; in Groot-Toronto wonen liefst 5,3 miljoen mensen. Metro is de instantie die de infrastructuur van Groot-Toronto regelt. Ze werd ooit ingesteld door de provincie Ontario waarin Toronto gelegen is. De instelling van Metro betekende een extra overheidslaag die moest bemiddelen tussen de stad en zijn suburbane randgemeenten. “Metro government was one tedious wrangle after another.” Vervelend bekvechten, daar kwam het op neer. Het resultaat was nog erger: de regionale openbaarvervoerlijnen die op last van Metro werden geëxploiteerd, rendeerden niet omdat ze de suburbane gebieden – met een meerderheid vertegenwoordigd in Metro – bevoordeelden, waardoor het hele systeem werd ondergraven, inclusief het potentieel goed renderende stedelijke deel.  Metro subsidieerde, kortom, inefficiënte lijnen. Uiteindelijk stelden de bestuurders gezamenlijk vast dat het openbaar vervoer in Groot-Toronto te kostbaar was. Allicht, dat werkte Metro zelf in de hand. Maar het werd nog erger. Door de provincie werd vervolgens in 1998 één krachtige ‘City of Toronto Government’’ ingesteld die orde op zaken moest stellen. De provincie beloofde dat hierdoor geld zou worden bespaard, maar dat gebeurde niet. De nieuwe instantie bleek juist duurder en werkte bovendien fraude in de hand. “From this time on, Toronto’s deterioration became visible and enraging, with surprising rapidity.” Waarop de bevolking voor Toronto een provincieluwe status eiste. “They may be right. But it seems like reaching for a sledgehammer to drive a tack.” Jane Jacobs heeft een veel betere oplossing: verander het belastingregime en zorg dat steden financieel beloond worden voor goed openbaar vervoer inclusief daaraan gelieerde gebiedsontwikkeling. Anders gezegd, infrastructuurplanning is geen kwestie van bestuurlijke organisatie, maar van intelligente belastingheffing. Waarom in Nederland hieruit geen lering wordt getrokken, blijft een raadsel.


Posted

in

by

Comments

One response to “Learning from Toronto”

  1. Jaap Meindersma Avatar
    Jaap Meindersma

    Er is volgens mij ook nog iets anders aan de hand bij dit soort merkwaardig streven naar een vervoersautoriteit of OVautoriteit of vergelijkbaars. Alle planners, stedenbouwkundig, ruimtelijke ordenaars en verkeerskundigen roepen al jaren om het hardst dat er een grote noodzaak is om RO en mobiliteit te integreren cq in samenhang te bekijken. Hoe kan je dan in vredesnaam bedenken dat het slim zou zijn om alle vraagstukken op het terrein van V&V te bundelen en in een aparte organisatie te besturen en te beslechten. Een aparte organistie die zich slechts richt op 1 domein en die bestaat uit hoofdzakelijk dezelfde specalisten met dezelfde inhoudelijke vak-achtergrond en dezelfde overtuigingen. Volstrekt onverstandig!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *