Finest hour

Gelezen in Het spel en de spelers (2010) van HKB:

De stedenbouwkundigen roeren zich. Ze lijken ontevreden. Is het vreemd? Tijdens de achter ons liggende hoogconjunctuur hebben ze hun finest hour beleefd, net als de sterarchitecten. Er werd gewoon veel gebouwd en er was heel veel geld. Tot op het kleinste detail bepaalden de stedenbouwkundigen de profielen, de bouwblokken, de parkeeroplossingen, de lantaarnpalen, de openbare ruimte. Het werd VINEX-tijd. Jarenlang konden ze heerlijk hun gang gaan en erop los tekenen. Hun ingenieursachtergrond van ontwerpen en direct maken bracht hen ver en maakte hen buitengewoon geschikt voor het vele werk. Nu ligt dat werk ineens stil. De oude kift met de planologen komt weer naar boven. Aan de pratende, abstract redenerende planologen hebben de ingenieurs nu eenmaal een hekel. De vorige crisis ligt nog vers in hun geheugen. Toen werd er meer gepraat dan getekend. Logisch, maar leuk was het niet. Als ik me niet vergis denken de stedenbouwkundigen weer diep in hun hart dat we al tekenend uit de crisis zullen komen.

Vorige week ontving ik een brochure van het stedenbouwkundige bureau HKB uit Groningen. Het bureau bestaat 65 jaar. Het boekje bevat een aantal interviews, opgetekend door Jan-Willem Wesselink. Een van de opvolgers van oprichter Piet Oom, inmiddels oudpartner Jan Heeling, blikt erin terug op de vorige crisis, die van de vroege jaren ‘80. Stedenbouwkundige bureaus gingen toen en masse failliet, het bureau van Heeling halveerde, de vaste opdrachtgevers uit de jaren ‘70 – de gemeenten – trokken zich een voor een terug. Destijds was het vak nog heel technisch. Heeling: “het ging over de riolering, de straten, de verlichting.” In de crisisjaren veranderde dat. “We constateerden in het decennium daarop, de jaren tachtig, dat stedenbouw alleen nog over planning en planologie ging. Het ontwerpen ontbrak.”  Waarop het bureau een publicatie het licht deed zien waarin het zijn visie op de stedenbouw ontvouwde. Die sloeg aan. In 1985 kwam de grote ommekeer. Toen werd het bureau benaderd door Groningen om een structuurplan te ontwerpen. En ontworpen is er, tot op de dag van vandaag. En in de nieuwe crisis? Volgens Jan Heeling is het vak te politiek geworden, “te veel gericht op de korte termijn en het visuele eindbeeld.” Stedenbouwkundigen moeten weer tijd nemen om via het ontwerp kwesties te uit te zoeken. Het klinkt alsof de politiek de stedenbouwkundige met rust moet laten. Zal dat gebeuren? De volgende keer iets over de publicatie ‘De Spontane Stad’ van het Amsterdamse stedenbouwkundige bureau Urhahn. Net verschenen. Allemaal crisisliteratuur.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *